Het wonderverhaal gaat als volgt: Een ernstig zieke man uit de Kalverstraat liet een priester komen om hem van het Heilig Sacrament te voorzien. Hij kreeg de hostie toegediend, waarna hij moest overgeven. Het braaksel werd in het haardvuur gegooid. De volgende dag bleek echter dat de uitgebraakte hostie ook in het vuur onaangetast was gebleven. Dat was wonderbaarlijk en daarom nam de priester de hostie mee naar de Oude Kerk. Nog wonderbaarlijker was echter, dat de hostie vervolgens tot drie keer toe op miraculeuze wijze terugkeerde van de kerk naar het huis van de zieke man. Zo werd het huis aan de Kalverstraat een bedevaartsoord. De woning werd verbouwd tot kapel van de Heilige Stede.
Dit pelgrimsteken toont aan de voorzijde de hostie uit dit wonder. Twee engelen met gevouwen handen aanbidden de crucifix met daarin de miraculeuze hostie. Om de voorstelling de gewenste reflectie mee te geven, namelijk die van de miraculeuze hostie, werd hij gemonteerd op een glanzend spiegeltje. Met de twee oogjes, een boven en de ander onder, kon het insigne op kleding worden bevestigd, maar het was ook mogelijk om ze in een bidsnoer te incorporeren.
Engelen tonen hostiemonstrans (voorzijde), vindplaats: Rotterdam, 1500-1550, collectie Familie van Beuningen, Langbroek.
Meer over dit insigne, zie: H.J.E. van Beuningen, H. van Asperen, A.M. Koldeweij, H.W.J. Piron, Heilig en Profaan 4. 800 laatmiddeleeuwse insignes uit openbare en particuliere collecties, Cothen, 2018, p. 167, afb. 3754.
Engelen tonen hostiemonstrans