In 2022 wordt er maandelijks een ‘insigne van de maand’ geplaatst op onze website. Juli is de zogenaamde hooimaand, de maand waarin van oudsher het hooien plaatsvindt. Augustus is de maand waarin de oogst wordt binnengehaald. Het woord oogst is zelf van de naam augustus afgeleid. Deze zomermaanden wordt er daarom een hooihark uitgelicht.
Er bestaat een aantal voorbeelden van insignes in de vorm van geïsoleerde gebruiksvoorwerpen, zoals deze hark. Het gaat hier om een driedimensionaal insigne, een miniatuurversie van de hooihark, als gebruikelijk in een lood-tin legering. Bovenaan is het insigne voorzien van een oogje, waarmee het bevestigd kon worden. Al in de vroege middeleeuwen was de hooihark in gebruik voor het wiersen (op een rij harken) van het hooi. De tanden waren oorspronkelijk van hout en bevonden zich altijd al aan twee zijden van de horizontale component. Die kenmerkende vorm is ook te herkennen in dit hooihark insigne. Tegenwoordig wordt de handhooihark, zij het nu vaak van plastic, nog steeds door boeren gebruikt om het gemaaide gras dat niet bereikbaar is voor een mechanische hark bijeen te harken. Overigens heeft de steel van de echte hooihark vaak een puntig uiteinde, op de plek waar bij het insigne het oogje zit. Daarmee kon hij rechtop in het veld worden geprikt, zodat hij in het hoge hooiland niet kwijt zou raken. Insignes van dergelijke dagelijkse gebruiksvoorwerpen zijn lastig te duiden of in een betekenisvol kader te plaatsen. Door wie en wanneer dergelijke hangertjes gedragen zijn blijft helaas giswerk. Misschien gaat het om min of meer speelse imitaties van alledaagse voorwerpen, maar misschien valt er toch ook een interpretatie aan te verbinden. De hooihark zou dan wellicht in de richting van de windhandel, lucht en dwaasheid kunnen wijzen. Hooihark, vindplaats: Reimerswaal, 1400-1450, collectie Familie van Beuningen, Langbroek, inv.nr. 0899. Meer over dit insigne: H.J.E. van Beuningen & A.M. Koldeweij, Heilig en Profaan. 1000 laat-middeleeuwse insignes uit de collectie H.J.E. van Beuningen, Cothen 1993, p. 300. | Hooihark |